De bevalling & Inseminatie
Inseminatie
de Dracht
de Geboorte Inseminatie
Bij kunstmatige inseminatie wordt
het sperma opgeslagen in een kunst schede.
Bij het sperma afgeven springt de hengst op een kunst merrie
of op een echte merrie die kunstmatig hengstig wordt gehouden.
Als het sperma opgevangen is wordt het gecontroleerd op de
hoeveelheid mm sperma en of de kleur goed is en dus niet is
verontreinigd
Er moeten 600 normaal bewegende
zaadcellen verzameld worden dit in verband met kwaliteits
verlies met de transport naar de merrie.
Voor het verdunnen van sperma zijn verschillende verdunners
beschikbaar.
Verdunners zorgen ervoor dat het sperma in een goede conditie
blijft.
Dat komt doordat er voedingsstoffen inzitten.
Gekoeld sperma word opgeslagen in goed afgesloten buisjes
met daarop de datum van het afleveren de naam van de hengst
en de conditie van het sperma.
De inseminatie mag alleen uitgevoerd worden door dierenartsen
of door inseminatoren die een inseminatiecursus hebben gevolgd.
Voor het insemineren moet een dierenarts de eicellen, baarmoedermond,
baarmoeder en de eierstokken gecontroleerd hebben.
Gekoeld sperma kan tot 48 uur na de opvang bij de merrie ingebracht
worden.
Maar moeten dan om de 2 dagen te worden gecontroleerd op de
eisprong. Top
De dracht en de
bevalling:
Een goed drachtigheids percentage
van uw fokmerries gaat helaas gepaard met een goede veterinaire
begeleiding. Paarden hebben een seizoensgebonden geslachtscyclus,
dit betekent dat optimale drachtigheids resultaten te verkrijgen
zijn in de periode van ca. maart tot en met september. Ondanks
goede hengstigheids verschijnselen, komt het vaak voor dat
een merrie niet meteen na een dekking of inseminatie drachtig
wordt. Wat kan uw dierenarts doen om een zo goed mogelijk
drachtigheids resultaat te krijgen ?
De dierenarts kan door middel
van rectaal onderzoek, met behulp v an echo apparatuur het
meest ideale tijdstip bepalen voor dekking of inseminatie
van uw merrie. Dit gebeurt door de grootte van de follikel
(het blaasje op de eierstok waarin de eicel zich bevindt),
de mate van hardheid van de follikel, de baarmoeder en de
baarmoedermond te bepalen · De dierenarts kan met behulp van
echo apparatuur al in een vroeg stadium bij uw merrie een
dracht vast stellen (al vanaf dag 14 na inseminatie). Een
eventuele tweeling dracht wordt vroeg geconstateerd en deze
is vaak te reduceren tot een eenling dracht. Soms is bij de
vroege drachtigheids diagnostiek al een verminderde kwaliteit
van de vrucht vast te stellen.
een foto van de dracht van 14
dagen. Ook wordt de merrie tijdens de dracht gevolgd om eventueel
vroegtijdige abortus van de vrucht te constateren en om de
kwaliteit van de dracht te bewaken. Soms lukt het niet om
de merrie, ondanks de inseminatie op het juiste tijdstip drachtig
te krijgen. Dan is het natuurlijk belangrijk om de oorzaak
hier van te achterhalen. Soms is dit een ontsteking in de
baarmoeder. Of een cyste in de baarmoeder kan ook problemen
geven. Ook gebeurd het wel dat de merrie hengstig gespoten
wordt door middel van hormoon injekties of door progesteron-rijk
voer te geven. Sommige merries hebben door slapte of te zwaar
veulenen een niet goed sluitende vulva. Dit wordt het zogenaamde
luchtzuigen genoemd. Dat wordt dan dicht genaaid. Tot het
moment van het veulenen zijn er over het algemeen weinig problemen.
Door de merrie 4 - 6 weken voor het veulenen in te enten zorg
je er voor dat het veulen met de biest extra antistoffen meekrijgt.
Als de merrie is uitgeteld is het belangrijk haar goed in
de gaten te houden om bij een eventueel probleem tijdens de
bevalling in aktie te kunnen komen.
Top
De Geboorte
Een merrie is ongeveer 11 maanden en 11 dagen
drachtig. De geboorte bij het paard verloopt snel en vaak
is het veulen al geboren voor je er erg in hebt. Het is
normaal dat ééeen van de hoefjes iets verder
terug zit dan het andere.
De nageboorte moet er binnen 6 - 8 uur na
de geboorte van het veulen afkomen. Als dit blijft zitten
kan de merrie erg ziek worden. De nageboorte moet er uit
zien als een broek met dichte broekspijpen, als dat niet
het geval is dan kan er nog een stukje nageboorte achter
zijn gebleven wat dan verwijderd moet worden. In de dagen
na de geboorte mogen er nog wel kleine beetjes helder tot
wit vocht uit de vagina komen. Als het er gelig uitziet
of niet fris ruikt dan heeft de merrie waarschijnlijk een
ontsteking en moet de dierenarts komen.
In de eerste dagen na de geboorte moet het
veulen zich attent en levendig gedragen, een schone neus
en ogen hebben, niet hoesten en niet kreupelen. Zo rond
de tiende dag na de geboorte krijgen veulens vaak diarree.
Of dit nu komt omdat de merrie dan hengstig is, of door
een worminfectie daarover zijn de deskundigen het niet eens.
Zowel het veulen als de merrie moeten dan ontwormt worden.
Als de geboorte normaal is verlopen dan mag de merrie in
deze veulenhengstigheid weer gedekt worden.
Top
|